De Limburgse taal behouden, de positie te versterken en het gebruik ervan bevorderen. Dat is de kerntaak van het Hoes veur ’t Limburgs. De focus ligt momenteel bij de jongste doelgroep om op de kinderopvang en in het basisonderwijs het Limburgs te normaliseren.
Het Limburgs als taal blijkt volgens onderzoek af te nemen. Ondanks dat nog zo’n 75 procent van de bevolking in onze provincie de taal machtig is, spreekt ongeveer de helft van de jongeren tussen de 18 en 34 jaar dialect. Bij kleuters ligt dat ongeveer op hetzelfde aantal.
Een van de oorzaken van afname is dat kinderen op steeds jongere leeftijd naar de opvang gaan. Vroeger stuurden ouders hun kinderen op latere leeftijd naar de opvang, nu gaan baby’s van een paar maanden er al naar toe. Omdat de voertaal daar Nederlands is, krijgt deze leeftijdsgroep daar al jong mee te maken. “Het geeft geen garantie wanneer je als ouder je kind Limburgstalig opvoedt, hij of zij het dialect overneemt. Als Nederlands op de opvang wordt gepraat nemen kinderen dat vaker over”, vertelt Silvia Segers van het Hoes veur ’t Limburgs.
“We willen dat het genormaliseerd wordt om Limburgs te spreken in het onderwijs.”
Segers zet zich voornamelijk in om bij de jongste aanwas het Limburgs bij te brengen. Daar is de juiste aanpak essentieel voor. “Kinderen zijn heel gevoelig wie welke taal spreekt en in welke context. Als er één op één Limburgs met het kind wordt gepraat, maar in een groep niet, dan is er een grote kans dat ze het dialect niet gebruiken tegen de ouders”, vertelt Silvia Segers van het Hoes veur ’t Limburgs.